`Ach buurman, zou ik uw vrouw voor een uurtje mogen lenen?`

Van Kooten en De Bie

`Ach ober, mijn vrouw en ik zijn vijfentwintig jaar getrouwd; kunnen wij misschien dat tafeltje onder het gewei krijgen?`

Van Kooten en De Bie

`Alles is klaar voor uw coup, Generaal. Ook de nieuwe postzegels met uw rotkop erop.`

Van Kooten en De Bie

`Als ik jou was, zou ik me daar echt geen zorgen over maken. Ik kon pas met mijn eigen zoon praten toen hij al tweeënveertig was.`

Van Kooten en De Bie

`Alweer een doelpunt!`
`Nee Oma, dat was de herhaling.`
`Wél veel doelpunten in weinig tijd...`
`Nee Opa, dit is de samenvatting.`

Van Kooten en De Bie

`Beloof je me dat je altijd bij me zult blijven?`
`Jawel, maar dan moet ik nu eerst even opbellen.`

Van Kooten en De Bie

`Busreizen naar China?`
`Jazeker, wist je dat niet?`
`Ik wist wel dat je naar China kon natuurlijk, maar dat er nou ook al bùsreizen... is dat geen ontzettende lange zit?`
`Nou we stoppen voor koffie bij Enschede hoor.`

Van Kooten en De Bie

`Dag meneer.`
`Dag mevrouw.`
`Ben ik hier aan het goede loket voor die formulieren voor in te vullen voor Alleenstaanden?`
`Nee mevrouw. Dan moet u achter aan die rij daar gaan staan.`
`Fijn meneer. Dank u wel meneer.`

Van Kooten en De Bie

`Die zijn nu al meer dan dertig jaar getrouwd.
Heb jij enig idee wat ze proberen te bewijzen?`

Van Kooten en De Bie

`Dus u bent schrijver?`
`Inderdaad mevrouw.`
`En? Veel gekke dingen meegemaakt?`
`Oh mevrouw - schroef me de pen niet open!`

Van Kooten en De Bie

`Dus we lagen met acht kerels in een greppel en we hadden nog maar één neutronenbom...`

Van Kooten en De Bie

`En dan nog een waarschuwing, mijn zoon: Je kùnt de mensen als je gelijken behandelen, maar het gevaar is dat ze dan gaan denken dat ze dat werkelijk zijn.`

Van Kooten en De Bie

`En dit is mijn vrouw. Ze brengt de kinderen op de fiets naar school en ze gebruikt milieuvriendelijk waspoeder. Is ze niet fantastisch?`

Van Kooten en De Bie

`En geen enkel idee, die twee. Zij belt bijvoorbeeld altijd op om te vragen wat je voor je verjaardag wilt hebben.`
`Hij is nog erger. Die belt je om te vragen of je niks voor zijn verjaardag weet.`

Van Kooten en De Bie

`En hoe gaat het jongen, daar in Amsterdam?`
`Heel goed moeder, echt.`
`Je gebruikt toch geen verdovende middelen hè jongen? Toch geen, hoe heet dat, cocaïne?`
`Cocaïne, moeder?`
`ja jongen, je weet best wat ik bedoel: cocaïne.`
`Daar haal ik mijn neus voor op, moeder.`

Van Kooten en De Bie

`En hoe regel je de verwarming hier?`
`Nee, dat gaat niet.`
`Dus de verwarming kan niet lager?`
`Nee. Je kunt alleen het plafond hoger draaien.`

Van Kooten en De Bie

`En hoe was het op kantoor schat?`
`Vreselijk! De perforator viel van mijn bureau en ik ben de hele middag bezig geweest om met een natte vinger zeker duizend papieren rondjes op te rapen.`

Van Kooten en De Bie

`En smaakt het, mevrouw, meneer?`
`Tot u het vroeg wel, ober.`

Van Kooten en De Bie

`En toen zag ik hem en ik wist het meteen... het was vaginale contractie op het eerste gezicht!`

Van Kooten en De Bie

`En wat doe jij aan je conditie?`
`Nou, zo neem ik bijvoorbeeld alleen maar zelftankstations.`

Van Kooten en De Bie

`Ga jij nog met vakantie?`
`Nog niet. Ik ben nog te dik.`

Van Kooten en De Bie

`Goedemiddag Drogist. Heeft u geneeskrachtige Edelstenen?`
`Nee mevrouw, dat niet. Maar wel ringen waaraan u kunt zien of het mooi weer wordt.`

Van Kooten en De Bie

`Goedemiddag slijter. Heeft u voor een tientje vergetelheid voor me?`

Van Kooten en De Bie

`Hebben jullie kabeltelevisie?`
`Nee, nog niet.`
`Dan kom ik niet bij je spelen.`

Van Kooten en De Bie

`Hee hallo, tijd geleden, hoe gaat het ermee?`
`Nou, ongeveer alles bij mekaar niet onredelijk klote.`

Van Kooten en De Bie

`Het is misschien een beetje een vervelende vraag, zo onder de koffie, maar hoe laat verwacht u het stoffelijk overschot?`

Van Kooten en De Bie

`Hij zou de hond uitlaten en de planten verzorgen, maar hij heeft de pekinees gewoon in de sanseveria laten plassen!`

Van Kooten en De Bie

`Ik ben mijn kaartje kwijt, conducteur,` zei de verstrooide professor.
`Dat is niet zo erg hoor, professor,` antwoordde de vriendelijke conducteur.
`Jawel,` zei de professor, `want nu weet ik niet meer waarheen ik onderweg was.`

Van Kooten en De Bie

`Ik heb een hond gekocht die nu al op me lijkt, want het lijkt me vreselijk om langzaam op je hond te gaan lijken.`

Van Kooten en De Bie

`Ik zou een fantastisch boek over fobieën kunnen schrijven. Als ik maar durfde.`

Van Kooten en De Bie

`Je houdt niet meer van me!`
`Hoe kom je dààr nou bij schat?`
`Omdat je gladiolen voor me begint mee te nemen!`

Van Kooten en De Bie

`Maar houdt hij dan helemaal niet van je, kindje?`
`Ik weet het niet ma... Als ik `s ochtends de deur uitga zegt hij Rij voorzichtig, maar hij is geloof ik banger voor de auto dan om mij.`

Van Kooten en De Bie

`Maar jullie zijn toch ook nog een tijdje getrouwd geweest?`
`Nou nee, dat niet. We hebben wél een jaar lang `s avonds naar de televisie zitten kijken.`

Van Kooten en De Bie

`Maar zo goed als wij vrijen - dat hebben mijn man en jouw vrouw toch niet in huis?`
`Hoe bedoel je? Samen niet, of geen van beiden?`

Van Kooten en De Bie

`Misschien wilt u een ogenblikje plaatsnemen, Zijne Excellentie de Ambassadeur bij de Heilige Stoel is even naar het toilet.`

Van Kooten en De Bie

`Nee ik heb een jaartje in India gezeten.`
`Oh. En hoe was het eten?`

Van Kooten en De Bie

`Nog weggeweest vorig jaar?`
`Nou, niet echt weg. We zijn wel nog even hier en daar wezen kijken. Peru, Bali, Ivoorkust. Die buurten zo`n beetje.`

Van Kooten en De Bie

`U wilt het dienstmeisje in de bibliotheek gebruiken, meneer de baron?`

Van Kooten en De Bie

`Vlug, kom kijken! Er is een prachtig programma op de wasautomaat.`

Van Kooten en De Bie

`Vreselijk! En bumper aan bumper! Ik druk mijn elektrische aansteker in, springt de vent in de auto voor mij gillend van zijn stoel omhoog.`

Van Kooten en De Bie

`Wat is volgens jou de optimale leerling?`
`Nou... eh... ik denk dat dat de leerling is die je tot werken kunt krijgen... tot dat hij iets uitvoert.`

Van Kooten en De Bie

`Wat was je hoofdprobleem in die tijd?`
`Nou, dat ik dacht dat ik heel erg gelukkig was.`

Van Kooten en De Bie

`Wat zit uw haar leuk,` zei de eenzame man tot de vrouwelijke ober.
`Dank u wel,` antwoordde zij, `ik heb eigenlijk ook altijd kapster willen worden.`

Van Kooten en De Bie

`Welke wagens vind jij nou het prettigst rijden? Voor- of achterwielaandrijving?`
`Nou, dat maakt mij niet zoveel uit. Huurwagens vind ik altijd het lekkerste rijden.`

Van Kooten en De Bie

`Zal ik de fluitketel opzetten?`
`Ja hoor, van mij mag je. Maar ik waarschuw je: hij stààt je niet.`

Van Kooten en De Bie

`Zeg, jij deed toch medicijnen?`
`Zo`n beetje, ja.`
`Is daar nog wat van terecht gekomen?`
`Ach, wat zal ik zeggen. Ik snij dus een beetje in mensen.`

Van Kooten en De Bie

`Zeg, jij kreeg toch nog duizend gulden van me?`
`Hè? O, kan wel. Zie maar hoor. Als ik het maar een keertje terugkrijg. Maar nu iets veel belangrijkers: heb jij misschien een vuurtje voor me?`

Van Kooten en De Bie

`Zeg?`
`Ja?`
`Heeft jouw vrouw een leren broek?`
`Ja, hoezo?`
`Nou: dan heeft ze ook leren pijpen!`

Van Kooten en De Bie

`Zijn theorie is dat het weer goed komt met de economie, als er maar voldoende vertrouwen onder de mensen groeit.`
`Vertrouwen waarin?`
`Vertrouwen in zijn theorie.`

Van Kooten en De Bie

`Zijn ze sterk, bloemenman, deze Gladiolen?`
`Nou en of meneer!` Nee, daar kunt u uw vrouw een behoorlijk pak slaag mee geven hoor!`

Van Kooten en De Bie