Aalmoes: palingpuree.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Aalmoes: palingpuree.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Aalmoezenier: militair geestelijke, getraind in schietgebeden.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Aaseter: Belg die haas eet.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Achteruitboeren: de broekhoest hebben.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Algebra: door zeemeerminnen gedragen beha-type.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Aubergine: waardin van een Franse herberg.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Baaldag: vrije dag voor zakken.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Baargeld: kosten van een bevalling.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Belegger: hulpje in broodjeszaak.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Biltong: het medium van de kontlikker.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Bitterbal: snoepje voor volwassen heren tegenover de meer voor kinderen bedoelde zuurbal.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Blaaskaak: lekkernij welke enigszins gelijkt op het nierbroodje.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Bladerdeeg: in reform- en Derde Wereld Winkels verkocht halffabrikaat gemaakt van het loof van de broodboom.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Blikvanger: keeper van niet spelend elftal, die bij voetbalwedstrijden lege bierblikjes vòòr de scheidsrechter weg vangt.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Bofkont: homo zonder aids.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Bofkont: persoon met onnatuurlijk dik achterwerk.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Boksbal: traumatische deformatie, vergelijkbaar met de boksoor, boksneus, e.d. doch opgelopen onder de gordel.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Bokskalf: eerstejaars bij opleidingen voor vechtstieren.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Bolus: billenkoek.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Brandslang: dier uit de onderorde der kruipende dieren, dat zich voedt met vuurvliegjes.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Bruinvis: subtropisch familielid van onze witvis.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Buidelrat: met de hotelrat vergelijkbare figuur, doch gespecialiseerd als zakkenroller of beurzensnijder.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Call-girl: beldel.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Call-girl: receptioniste van de hijglijn.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Carrière: vrouw op bakfiets.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Censuur: perswee.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Cover girl: dekmeisje.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Creperen: flensjes bakken.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Dampaal: gerookte paling.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Dekhengst: bijnaam van het paard van Sinterklaas, dat volgens traditie het dek op en neer pleegt te huppelen.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Delicatessen: Duitse uitdrukking: delikat essen.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Displezier: tafelgenot.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Draaiboek: memoires van een politicus.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Draaiwind: aanloop tot de slingerschijt.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Dubbeldekker: bigamist.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Eenparig: monogaam.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Eetstokje: bescheiden traktatie voor mensen, die normaal slechts op een houtje bijten.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Erectie: vermogensaanwas.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Etaleur: exhibitionist.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Evenmin: wederliefde.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Faecaal: gevoeglijk.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Familiekwaal: geslachtsziekte.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Fluitekruid: gewas met geslachtsdrift opwekkende eigenschappen.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Fluitketel: synoniem van peniskoker.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Galei: een met een nierbroodje vergelijkbare snack.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Galmgat: achterste van petomaan.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Gashond: meer beschaafd voor windhond.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Gemeenschapszin: libido.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Gevoeglijk: drollig.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
![]()
Haasje-over: in horeca-kringen gebruikelijke aanduiding voor overgeschoten, tot hazepeper te verwerken kliekjes.
J. Vandaal ()
Nederlands aforist, geboren P.A.F. van Veen
