grimeren

werkw.

Uitspraak:	[xri'merə(n)]
Afbreekpatroon:	gri·me·ren
Vervoegingen:	grimeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gegrimeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een gezicht) kleuren voor een bepaalde rol

Voorbeelden:	`je kind grimeren voor het carnaval`, `je gezicht in verschillende kleuren grimeren`
Synoniem:	schminken

Synoniemen

5 definities op Encyclo

(= Schminken) Iemands gezicht beschilderen.
1) Maquilleren 2) Schminken 3) Opmaken 4) Toneelmake-up aanbrengen
Het aanbrengen van kleuren, schaduwen en lijnen op het gezicht. Harlekijn Kluchtige figuur met een bont of geruit pak en een houten sabel. Nederlandse naam van Arlecchino uit de commedia dell`arte. Ook wel: schminken.
iemands gezicht beschilderen. (=schminken) Zie ook: grime.nl
schminken Jaar van herkomst: 1888 (Aanv WNT )

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van grimeren is 'grimeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gegrimeerd'.

'(een gezicht) kleuren voor een bepaalde rol'

grimeren spel je G R I M E R E N

Andere woorden voor grimeren zijn maquilleren en schminken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht