het verkoopseizoen

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['vɛrkopsɛizun]
Verbuigingen:  verkoopseizoenen (meerv.)

periode waarin verkocht wordt
Voorbeelden:  `Alleen in het verkoopseizoen hebben we uitzendkrachten nodig.`,
`Het verkoopseizoen van rood fruit valt in de zomer.`


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de verkoopseizoen' of 'het verkoopseizoen'?
Het is 'het verkoopseizoen', want verkoopseizoen is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat verkoopseizoen'.
Wat is het meervoud van verkoopseizoen?
Het meervoud van verkoopseizoen is 'verkoopseizoenen'. Eén verkoopseizoen, twee verkoopseizoenen.
Wat betekent verkoopseizoen?
'periode waarin verkocht wordt'
Hoe spel je verkoopseizoen?
verkoopseizoen spel je V E R K O O P S E I Z O E N

Op andere websites
Zoek verkoopseizoen op Woordenlijst.org
Zoek verkoopseizoen op Google
Zoek verkoopseizoen op Wikipedia