uitmaken voor
werkw.
| Uitspraak: | [ˈœytmakə(n) vor] |
| Vervoegingen: | maakte uit voor (verl.tijd enkelv.) |
| Vervoegingen: | heeft uitgemaakt voor (volt.deelw.) |
(iemand) aanduiden met woorden die iets onaangenaams betekenen | Voorbeeld: | `iemand uitmaken voor rotte vis` | |
| Synoniem: | bestempelen als |
Synoniemen
bestempelen uitjouwen uitschelden Spreekwoorden en zegswijzen
• iemand
uitmaken voor rotte vis
(=iemand uitschelden voor alles wat mooi en lelijk is)Naar de spreekwoordenVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van uitmaken voor?
De verleden tijd van uitmaken voor is 'maakte uit voor'. Het voltooid deelwoord is 'heeft uitgemaakt voor'.
Wat betekent uitmaken voor?
'(iemand) aanduiden met woorden die iets onaangenaams betekenen'
Hoe spel je uitmaken voor?
uitmaken voor spel je U I T M A K E N Spatie V O O R
Wat is een ander woord voor uitmaken voor?
Andere woorden voor uitmaken voor zijn bestempelen, uitjouwen en uitschelden.Op andere websites
Zoek
uitmaken voor op Woordenlijst.org
Zoek
uitmaken voor op Google
Zoek
uitmaken voor op Wikipedia