de teler

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['telər]
Afbreekpatroon:  te·ler
Verbuigingen:  telers (meerv.)

de teelster

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['telstər]
Afbreekpatroon:  te·ler
Verbuigingen:  teelsters (meerv.)

iemand die planten laat groeien om er iets mee te doen
Voorbeelden:  `De maatregel treft de telers, de groothandel en de winkeliers`,
`aardappelteler`


Synoniemen
fokker   kweker   tuinder   

2 definities op Encyclo
  • iemand die planten laat groeien vb: in Aalsmeer wonen veel telers van rozen
  • 1) Tuinder 2) Verbouwer 3) Hij leert voor kweker 4) Verwekker 5) Fokker 6) Planter 7) Kweker 8) Voortbrenger 9) Beroep
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op teler:
wiettelerveetelertabakstelerstelergroentetelerfruittelerbloementeleraspergeteleraardappelteler

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de teler' of 'het teler'?
Het is 'de teler', want teler is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die teler'.
Wat is het meervoud van teler?
Het meervoud van teler is 'telers'. Eén teler, twee telers.
Wat betekent teelster?
'iemand die planten laat groeien om er iets mee te doen'
Hoe spel je teelster?
teelster spel je T E E L S T E R
Wat is een ander woord voor teelster?
Andere woorden voor teelster zijn fokker, kweker en tuinder.

Op andere websites
Zoek teler op Woordenlijst.org
Zoek teler op Google
Zoek teler op Wikipedia