steggelen

werkw.
Uitspraak:  ['stɛxələ(n)]
Afbreekpatroon:  steg·ge·len
Vervoegingen:  steggelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gesteggeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

een beetje ruzie maken informeel
Voorbeeld:  `De kinderen zitten de hele middag al te steggelen.`
Synoniem:  kibbelen


3 definities op Encyclo
  • [Soldatentaal, 1914] zie spieken.
  • (stechelen - steggelen) ruziën Jaar van herkomst: 1865-1870 (WNT )
  • 1) Kibbelen (gewestelijk) 2) Kibbelen 3) Ruziën 4) Vals spelen 5) Elkaar steken onder water geven 6) Harrewarren 7) Stechelen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
steggelen (elkander steken)

Taaladvies
Schrijf je gebakkelei met ei of ij? Zie gebakkelei / gebakkelij

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van steggelen?
De verleden tijd van steggelen is 'steggelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesteggeld'.
Wat betekent steggelen?
'een beetje ruzie maken'
Hoe spel je steggelen?
steggelen spel je S T E G G E L E N

Op andere websites
Zoek steggelen op Woordenlijst.org
Zoek steggelen op Google
Zoek steggelen op Wikipedia