spiegelen

werkw.

Uitspraak:	[ˈspixələ(n)]
Afbreekpatroon:	spie·ge·len
Vervoegingen:	spiegelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gespiegeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) het effect van een spiegel hebben

Voorbeeld:

`De lak van de auto spiegelt.`

2) (artikelen) in het schap van een winkel vooraan zetten

Voorbeeld:

`Als je niet achter de kassa zit, moet je vakken vullen of spiegelen.`

Zie ook:

Synoniemen

Spreekwoorden en zegswijzen

• je aan een ander spiegelen (=je vergelijken met een ander)
Naar de spreekwoorden

8 definities op Encyclo

'Spiegelen' in marketing verwijst naar de techniek van het nabootsen van de houding, het taalgebruik en het gedrag van de klant, om vertrouwen te creëren en de verkoopkansen te vergroten.
• [kristallografie] een operatie waarbij de afstand tot een spiegellijn in twee, of een spiegelvlak in drie dimensies in richting omgekeerd wordt. •het verschuiven van koopwaar naar de voorste rand van een schap om de indruk te wekken dat het schap vol is. • [psychologie] een vorm van niet-verbale commu...
licht en beelden weerkaatsen als een spiegel vb: die etalageruit spiegelt de hele omgeving zich aan iemand spiegelen [een voorbeeld aan hem nemen]
1) Glimmen 2) Reflecteren 3) Weerkaatsen 4) Licht terugkaatsen
Abstract: voor de eigen taal van kinderen een spiegel houden, zodat het de eigen onvolkomenheden herkent en verbetert. Tekst: Een voorbeeld van spiegelen is:

Deze woorden beginnen met spiegelen:

Deze woorden eindigen op spiegelen:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van spiegelen is 'spiegelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gespiegeld'.

'het effect van een spiegel hebben' en '(artikelen) in het schap van een winkel vooraan zetten'

spiegelen spel je S P I E G E L E N

Een ander woord spiegelen is reflecteren.

Op andere websites

Recentelijk gezocht