de sloeber

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['slubər]
Afbreekpatroon:  sloe·ber
Verbuigingen:  sloebers (meerv.)

iemand die er slecht aan toe is
Voorbeeld:  `De arme sloeber heeft zijn ouders verloren op vijfjarige leeftijd.`
Synoniem:  stakker


Synoniemen
hals   schooier   

6 definities op Encyclo
  • (Bargoens, 1914) vuilpoes
  • (Amsterdams) arme sukkel (van wat minder tijdelijke aard dan schlemiel)
  • [Bargoens, boeventaal] vuilpoes.
  • 1) Schooier 2) Schoelje 3) Iemand die veel tekort komt 4) Belgisch bier 5) Arme kerel 6) Een goede vent 7) Hals 8) Armoedzaaier 9) Schlemiel 10) Stakker 11) Vlegel 12) Slokop 13) Stumper 14) Pauper 15) Smeerlap 16) Smeerdoos 17) Schurk 18) Sufferd 19) Zielenpoot 20) Zeer arm mens 21) Sukkel 22) Arme
  • stakker Jaar van herkomst: 1924 (WNT )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
sloeber (stakker)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de sloeber' of 'het sloeber'?
Het is 'de sloeber', want sloeber is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die sloeber'.
Wat is het meervoud van sloeber?
Het meervoud van sloeber is 'sloebers'. Eén sloeber, twee sloebers.
Wat betekent sloeber?
'iemand die er slecht aan toe is'
Hoe spel je sloeber?
sloeber spel je S L O E B E R
Wat is een ander woord voor sloeber?
Andere woorden voor sloeber zijn hals en schooier.

Op andere websites
Zoek sloeber op Woordenlijst.org
Zoek sloeber op Google
Zoek sloeber op Wikipedia