de slaapzak

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈslapsɑk]
Afbreekpatroon:	slaap·zak
Verbuigingen:	slaapzakken (meerv.)

lange, warme zak om in te slapen

Voorbeelden:

`een donzen slaapzak`, `in je tent je slaapzak dichtritsen en lekker gaan slapen`

• zak van dikke stof met rits, waarin je kunt slapen vb: we slapen in de tent in onze slaapzakken
• 1) Trappelzak 2) Nachtleger 3) Deel van een kampeeruitrusting 4) Zak om in te slapen 5) Beddengoed 6) Reisbed 7) Bed 8) Babyartikel 9) Kampeerartikel 10) Slaapplaats 11) Slaapartikel
• Een 'slaapzak' wordt gevormd door een grote, doorstikte deken, die vaak door middel van een rits om het lichaam heen te sluiten is. Het principe van een slaapzak is reeds eeuwenlang gekend.
• Een slaapzak is een plaid in de vorm van een zak die als bed dient (meestal bij kamperen). [basiswoordenlijst groep 3]
• Gewatteerd nylon of textielen motorjack.

Toon uitgebreidere definities

slaapzak

Is het 'de slaapzak' of 'het slaapzak'?

Het is 'de slaapzak', want slaapzak is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die slaapzak'.

Wat is het meervoud van slaapzak?

Het meervoud van slaapzak is 'slaapzakken'. Eén slaapzak, twee slaapzakken.

Wat betekent slaapzak?

'lange, warme zak om in te slapen'

Hoe spel je slaapzak?

slaapzak spel je S L A A P Z A K

Zoek slaapzak op Woordenlijst.org
Zoek slaapzak op Google
Zoek slaapzak op Wikipedia