schooltijd

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[sxoltɛit]
Afbreekpatroon:	school·tijd
Verbuigingen:	schooltijden (meerv.)

1) aantal uren per dag of totaal aantal jaren dat je naar school gaat

Voorbeeld:

`Kom je na schooltijd met mij mee? Dan maken we samen ons huiswerk.`

2) periode dat je jong was en nog op school zat

Voorbeeld:

`Op de lagere school werd ik gepest, maar op de mavo heb ik een heel leuke schooltijd gehad.`

• 'Schooltijd' is de periode dat een kind, scholier of student gedurende een dag doorbrengt op een school vastgesteld door het Ministerie van Onderwijs. Een basisschool heeft een vaste dagindeling van maandag tot en met vrijdag.
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Toneel), de repetitie.
• 1) Lesperiode 2) Schooljaren 3) Schoolperiode 4) Periode dat men op school zit
• Schooltijd is de tijd die men op school heeft doorgebracht. [basiswoordenlijst groep 3]

Toon uitgebreidere definities

• middelbareschooltijd• lagereschooltijd

Wat is het meervoud van schooltijd?

Het meervoud van schooltijd is 'schooltijden'. Eén schooltijd, twee schooltijden.

Wat betekent schooltijd?

'aantal uren per dag of totaal aantal jaren dat je naar school gaat' en 'periode dat je jong was en nog op school zat'

Hoe spel je schooltijd?

schooltijd spel je S C H O O L T I J D

Zoek schooltijd op Woordenlijst.org
Zoek schooltijd op Google
Zoek schooltijd op Wikipedia