het remgeld

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['rɛmxɛlt]
Afbreekpatroon:	rem·geld
Verbuigingen:	remgelden (meerv.)

geld dat je betaalt voor medische kosten waarvan je verzekering je niets terugbetaalt

Voorbeeld:	`Mensen met een lager inkomen moeten minder remgeld betalen.`
Synoniem:	eigen bijdrage

• 1) Extra toelage voor de remdienst
• deel van de kosten van een behandeling of geneesmiddel dat een patiënt zelf moet betalen en dat niet wordt vergoed door de verzekering; eigen bijdrage aan ziektekosten
• Deel van het conventietarief dat niet terugbetaald wordt en dat u dus zelf moet betalen. Indien de zorgverlener minder aanrekent dan het conventietarief, wordt alleen het werkelijk betaalde remgeld in aanmerking genomen voor de franchise
• Het 'remgeld' is in België de term die in verband met ziektekosten wordt gebruikt om het eigen aandeel van de patiënt aan te duiden. Het equivalent in Nederland is de eigen bijdrage en het eigen risico van de zorgverzekering.
• synoniem van persoonlijk aandeel - Door de patiënt te betalen deel voor de geneeskundige verstrekking, verkregen na aftrek van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging; wordt ook «remgeld» genoemd

Toon uitgebreidere definities

remgeld

Is het 'de remgeld' of 'het remgeld'?

Het is 'het remgeld', want remgeld is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat remgeld'.

Wat is het meervoud van remgeld?

Het meervoud van remgeld is 'remgelden'. Eén remgeld, twee remgelden.

Wat betekent remgeld?

'geld dat je betaalt voor medische kosten waarvan je verzekering je niets terugbetaalt'

Hoe spel je remgeld?

remgeld spel je R E M G E L D

Zoek remgeld op Woordenlijst.org
Zoek remgeld op Google
Zoek remgeld op Wikipedia