de praatstoel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈpratstul]
Afbreekpatroon:	praat·stoel

op je praatstoel zitten

(veel en graag praten)

• 1) Symbool van spraakzaamheid 2) Kansel 3) Klapstoel
• Spreekwoorden: (1914) Op zijn praatstoel zitten. ‘Dit zegt men van een praatvaêr, die als op een gemakkelijk stoeltje, of klapbankje, aan 't vertellen geraakt is’ (Tuinman I, 195); in de Zaanstreek en elders: op zijn lulstoel zitten of ook zijn lulsokken aanhebben (Boekenogen, 598). Zie Van ...

Toon uitgebreidere definities

praatstoel

Is het 'de praatstoel' of 'het praatstoel'?

Het is 'de praatstoel', want praatstoel is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die praatstoel'.

Hoe spel je praatstoel?

praatstoel spel je P R A A T S T O E L

Zoek praatstoel op Woordenlijst.org
Zoek praatstoel op Google
Zoek praatstoel op Wikipedia