• Pietje de dood maait altijd. (=doodgaan is onvermijdelijk) • een Pietje precies (=iemand die de dingen altijd heel precies wil doen) Naar de spreekwoorden
insect dat op mensen en dieren leeft vb: Jan-Willem heeft weer pietjes in zijn haar Synoniem: luis
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] volksbenaming van 't achtste deel van den Zeeuwschen rijksdaalder, gangbaar geweest voor 6½ stuiver. Om de ‘pietjes’ gemakkelijk van de kwartjes te kunnen onderscheiden, had men ze gedeukt. Het kleine mannetje, ‘Pietjebedroefd’, dat er op voorkwam, gaf aanleiding...