opduiken

werkw.

Uitspraak:	[ˈɔbdœykə(n)]
Afbreekpatroon:	op·dui·ken
Vervoegingen:	dook op (verl.tijd enkelv.)

1) plotseling verschijnen

Vervoegingen:	is opgedoken (volt.deelw.)
Voorbeeld:	`Er doken ineens vreemde verhalen op over haar jeugd in Italië.`

2) vinden

Vervoegingen:	heeft opgedoken (volt.deelw.)
Voorbeelden:	`een oude zeeroverschat opduiken`, `iemand opgedoken hebben in het café`

boven water komen   opdagen   opdiepen   opduikelen   opkomen   van de bodem ophalen   verschijnen   weer verschijnen   

• •weer aan het oppervlak zichtbaar worden na ondergedoken geweest te zijn. •door duiken iets uit de diepte naar boven halen.
• plotseling verschijnen vb: plotseling dook die vervelende man weer op
• 1) Opkomen 2) Vinden 3) Onverwachts weerzien 4) Boven water komen 5) Onverwacht weer verschijnen 6) Opdiepen 7) Bovenkomen 8) Onverwacht schijnen 9) Verschijnen 10) Opdagen 11) Opduikelen 12) Zich vertonen
• Veel mensen die waren ondergedoken kregen valse papieren en 'doken weer op' of 'doken boven', ze kwamen uit hun schuilplaatsen.

Toon uitgebreidere definities

Wat betekent opduiken?

'plotseling verschijnen' en 'vinden'

Hoe spel je opduiken?

opduiken spel je O P D U I K E N

Wat is een ander woord voor opduiken?

Andere woorden voor opduiken zijn boven water komen, opdagen, opdiepen, opduikelen, opkomen, van de bodem ophalen, verschijnen en weer verschijnen.

Zoek opduiken op Woordenlijst.org
Zoek opduiken op Google
Zoek opduiken op Wikipedia