ongelegen

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ɔnxəˈlexə(n)]
Afbreekpatroon:	on·ge·le·gen

op een ongeschikt tijdstip

Voorbeeld:	`Je belt een beetje ongelegen, we zitten net te eten.`
Antoniem:	gelegen

hinderlijk   importuun   lastig   naar   onaangenaam   onplezierig   onverkwikkelijk   storend   gelegen (antoniem)   

Uitdrukkingen die ongelegen betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt):
bij nacht en ontij;

• 1) Lastig 2) Onthand 3) Te onpas 4) Inopportuun 5) Intempestief 6) Storend 7) Op het verkeerde tijdstip 8) Hinderlijk 9) Onaangenaam 10) Ongeschikt 11) Ongunstig 12) Onpaar 13) Onwelkom 14) Onverkwikkelijk 15) Ontijdig 16) Onpas 17) Onpassend 18) Onplezierig 19) Niet gunstig gelegen 20) Importuun 21) Naar

Toon uitgebreidere definities

• ongelegene• ongelegenheid

Wat betekent ongelegen?

'op een ongeschikt tijdstip'

Hoe spel je ongelegen?

ongelegen spel je O N G E L E G E N

Wat is een ander woord voor ongelegen?

Andere woorden voor ongelegen zijn hinderlijk, importuun, lastig, naar, onaangenaam, onplezierig, onverkwikkelijk en storend.

Wat is het tegenovergestelde van ongelegen?

Een antoniem van ongelegen is gelegen.

Zoek ongelegen op Woordenlijst.org
Zoek ongelegen op Google
Zoek ongelegen op Wikipedia