neep als dialectwoord
bilnaad (Noordwijks)  

Spreekwoorden en zegswijzen
• iemand een grote neep geven (=iemand ernstig afbreuk doen)
Naar de spreekwoorden

6 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De leerlooiers-, zadelmakers- en schoenmakerstaal` 1914 ziet spanberd.
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal der Loodgieters, zinkbewerkers en gasfitters` 1914 plooitang.
  • Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 dat gedeelte van de geheele boor, waarin het boorijzer geschroefd wordt.
  • plooi.
  • 1) Schade 2) Litteken 3) Schacht 4) Indruksel 5) Indruk 6) Het knijpen 7) Litteken van knijpen 8) Mutsplooi 9) Rimpel 10) Plooi 11) Plooitje 12) Vouw 13) Nadeel 14) Kneep 15) Knijpen 16) Boorklem 17) Kreuk 18) Afdruk voor het knijpen 19) Afdruk van het knijpen 20) Afbreuk
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op neep:
kneep

Herkomst volgens etymologiebank.nl
neep (het knijpen)

Op andere websites
Zoek neep op Woordenlijst.org
Zoek neep op Google
Zoek neep op Wikipedia