naïef

bijv.naamw.

Uitspraak:	[naˈif]
Afbreekpatroon:	na·ief

als je gemakkelijk iemand vertrouwt en iets gelooft

Voorbeeld:	`Hij is best slim, maar kinderlijk naïef als het om geldzaken gaat.`
Synoniem:	argeloos

argeloos   goedgelovig   onhandig   onnozel   

• Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 zie nijf.
• onervaren, terwijl dat niet zo zou moeten zijn vb: het is nogal naïef van hem om die kinderen alles zelf te laten doen wie niets kwaads verwacht of bedoelt vb: zij is erg naïef, ze ziet nooit ergens kwaad in Synoniem: argeloos
• Let op: Spelling van 1858 naïf, Fr., natuurlijk, ongekunsteld, onbestudeerd, ongedwongen. Naïviteit, naïvité, Fr., natuurlijkheid, ongekunstelde, aardige uitdrukking
• 1) Schaapachtig 2) Tegenovergestelde van cynisch 3) Bête 4) Makkelijk te bedriegen 5) Niet doorgewinterd 6) Te goed van vertrouwen zijn 7) Eenvoudig in denken 8) Eenvoudig van aard 9) Argeloos 10) Simpel 11) Arcadisch 12) Goedgelovig 13) Onschuldig in denken 14) Natuurlijk 15) Onschuldig en goedgelovig
• argeloos, onnozel

Toon uitgebreidere definities

naïef (argeloos, onnozel)

Waarom krijgen naïviteit en activiteit alleen een i voor de v, maar krijgen naïef, actief, naïeveling en actieveling daar ie? Zie Naïf / naïef

Wat betekent naïef?

'als je gemakkelijk iemand vertrouwt en iets gelooft'

Hoe spel je naïef?

naïef spel je N A I-umlaut E F

Wat is een ander woord voor naïef?

Andere woorden voor naïef zijn argeloos, goedgelovig, onhandig en onnozel.

Zoek naïef op Woordenlijst.org
Zoek naïef op Google
Zoek naïef op Wikipedia