natellen

werkw.
Uitspraak:  ['natɛlə(n)]
Afbreekpatroon:  na·tel·len
Vervoegingen:  telde na (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft nageteld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

controleren of een optelling klopt
Voorbeeld:  `Hoezo is er twintig euro tekort? Tel het nog eens na!`


Synoniemen
controleren   narekenen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• iets op je vingers kunnen natellen (=iets erg gemakkelijk kunnen nagaan/checken)
Naar de spreekwoorden

2 definities op Encyclo
  • 1) Het aantal bepalen ter controle 2) Controleren 3) Geld controleren 4) Rekenkundig controleren 5) Renumereren 6) Narekenen 7) Cijfermatig controleren 8) Herberekenen
  • Spreekwoorden: (1914) Op zijne vingers kunnen narekenen (of natellen) d.w.z. zeer gemakkelijk kunnen nagaan; eig. eenvoudig door middel zijner vingers en niet door berekeningen op papier. Vgl. Potgieter II, 272: Zijne zusters die op de vingers natellen, hoeveel grooter haar uitzet zou zijn geweest; Nederland,...
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
natellen

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van natellen?
De verleden tijd van natellen is 'telde na'. Het voltooid deelwoord is 'heeft nageteld'.
Wat betekent natellen?
'controleren of een optelling klopt'
Hoe spel je natellen?
natellen spel je N A T E L L E N
Wat is een ander woord voor natellen?
Andere woorden voor natellen zijn controleren en narekenen.

Op andere websites
Zoek natellen op Woordenlijst.org
Zoek natellen op Google
Zoek natellen op Wikipedia