mieter Nederlands woordenboek

mieter als dialectwoord

• meter (afstand) (Heusdens) • Mijter (Hierdens) • houtworm (Oudenbosch) • houtworm (Brabants) • houtworm (Zeeuws)

Intensiveringen

Hoe kun je met mieter een ander begrip versterken?
geen mieter;

6 definities op Encyclo

[Soldatentaal, 1914] 'n hooge mieter: een hooggeplaatst persoon. Eigenlijk iemand die een hoog hoofddeksel draagt. Mieter van het lat. mitra, muts, hoofddeksel.
geheel van botten, organen, spieren waaruit een mens bestaat vb: hij heeft flink op zijn mieter gekregen Synoniemen: flikker lichaam lijf bast body Tegenstellingen: geest ziel psyche
1) Klein muntstuk 2) Lijf
klein geldstukje (toon de herkomst via de etymologiebank)
lichaam; sodemieter; flikker; donder Uitsluitend in vaste verbindingen en zowel in stijl als in gevoelswaarde synoniem met woorden als: sodemieter , flikker en donder . iemand een pak slaag geven; ook figuurlijk: iemand ernstig bekritiseren iemand een pak slaag geven een pak slaag krijgen; figuurlijk ook: ern...

Deze woorden beginnen met mieter:

Deze woorden eindigen op mieter:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Op andere websites