de mantelzorger

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['mɑntəlzɔrxər]
Afbreekpatroon:	man·tel·zor·ger
Verbuigingen:	mantelzorgers (meerv.)

de mantelzorgster

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['mɑntəlzɔrx|stər]
Afbreekpatroon:	man·tel·zor·ger
Verbuigingen:	mantelzorgsters (meerv.)

iemand die langdurig, onbetaald zorgt voor zieke of oudere familieleden of bekenden

• iemand die min of meer geregeld en uit liefde of sympathie basiszorg en aanvullende zorg verleent aan een zorgafhankelijke persoon die hij kent. Mantelzorger ben je voor je partner, ouders, familieleden, kinderen, buren, enz.
• 1) Ziekenverzorger
• Iemand die hulp geeft aan bejaarden, zieken, etc. maar die dit niet voor zijn of haar beroep doet.
• iemand die niet-beroepsmatige, meestal onbetaalde en aanvullende zorg verleent aan hulpbehoevenden, bijvoorbeeld bejaarden of zieken, vaak een familielid of een vriend van de hulpbehoevenden; iemand die mantelzorg verleent

Toon uitgebreidere definities

mantelzorger

Is het 'de mantelzorger' of 'het mantelzorger'?

Het is 'de mantelzorger', want mantelzorger is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die mantelzorger'.

Wat is het meervoud van mantelzorger?

Het meervoud van mantelzorger is 'mantelzorgers'. Eén mantelzorger, twee mantelzorgers.

Wat betekent mantelzorgster?

'iemand die langdurig, onbetaald zorgt voor zieke of oudere familieleden of bekenden'

Hoe spel je mantelzorgster?

mantelzorgster spel je M A N T E L Z O R G S T E R

Zoek mantelzorger op Woordenlijst.org
Zoek mantelzorger op Google
Zoek mantelzorger op Wikipedia