Let op: Spelling van 1914 Zie BRADYPUS, CHOLOEPUS en XENARTHRA. [p. 455]
1) Traag boombeklimmend zoogdier 2) Zuid-amerikaans zoogdier 3) Traag zoogdier 4) Traagloper 5) Flierefluiter 6) Tandeloos zoogdier 7) Tandarm zoogdier 8) Tandeloos dier 9) Nietsnut 10) Geen hard werker 11) Dagdief 12) Leegloper 13) Leegaard 14) Straatslijper 15) Aai 16) Iemand die niet van werken houdt
iemand die lui is; lui persoon Zuid-Amerikaans zoogdier met grote klauwen, dat zich zeer traag in de bomen voortbeweegt en dat vaak langdurig ondersteboven aan een boomtak blijft hangen Men onderscheidt tweevingerige luiaards (Megalonychidae) en drievingerige luiaards (Bradypodidae).