het lidwoord
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈlɪtwort] |
| Afbreekpatroon: | lid·woord |
| Verbuigingen: | lidwoorden (meerv.) |
woordje dat voor een zelfstandig naamwoord staat taalkunde | Voorbeeld: | `In het Nederlands zijn 'de', 'het' en 'een' lidwoorden.` | |
10 definities op Encyclo
- • [grammatica] staat voor een zelfstandig naamwoord, geeft de bepaaldheid aan; wordt ook gebruikt om het woordgeslacht aan te geven.
- 1) Artikel 2) Woord 3) Taalkundige term 4) Grammaticale term
- De woordsoort die ertoe dient de bepaaldheid of onbepaaldheid van het substantief te doen uitkomen. Bijvoorbeeld: (bepaald:) `de`, `het`, (onbepaald:) `een`
- de, het, een Jaar van herkomst: 1723 (WNT )
- Een lidwoord is een woord dat hoort bij een zelfstandig naamwoord. De Nederlandse taal heeft drie lidwoorden: de, het en een. De en het zijn bepaalde lidwoorden. Een is een onbepaald lidwoord. Een lidwoord staat voor een zelfstandig naamwoord, of een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord dat ze...
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op lidwoord:
•
onbepaald lidwoord•
bepaald lidwoordHerkomst volgens etymologiebank.nl
lidwoord (artikel)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de lidwoord' of 'het lidwoord'?
Het is 'het lidwoord', want lidwoord is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat lidwoord'.
Wat is het meervoud van lidwoord?
Het meervoud van lidwoord is 'lidwoorden'. Eén lidwoord, twee lidwoorden.
Wat betekent lidwoord?
'woordje dat voor een zelfstandig naamwoord staat'
Hoe spel je lidwoord?
lidwoord spel je L I D W O O R D Op andere websites
Zoek
lidwoord op Woordenlijst.org
Zoek
lidwoord op Google
Zoek
lidwoord op Wikipedia