Synoniemen
penis

leuter als dialectwoord
spatel om een schep shoon te maken (Ammeroois)   zeepsop (Tongers)   zeepsop (Hoeselts)   Zeepwater (Tongers)   sopje (Sittards)   zeepsop (Sittards)  
Toon alle 9 dialectwoorden

6 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De steenbakkerstaal` 1914 plat stukje hout, waarmede men de klei van de spa schuurt.
  • (Amsterdams) mannelijk geslachtsdeel
  • 1) Leuteraar 2) Iemand die druk praat 3) Geklets 4) Mannelijk geslachtsorgaan 5) Houten schepje 6) Penis 7) Maatlatje 8) Kletskous 9) Kletsmajoor 10) Kletspraat 11) Schop 12) Maatlat
  • beweeglijke pen aan het masteinde van de giek . Zie ook lummel .
  • mannelijk geslachtsdeel; mannelijk lid; penis
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met leuter:
leuteraarleuterenleuterigleuterkousleuterpraat

Deze woorden eindigen op leuter:
kleutergeleuter

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. leuter (mannelijk lid)
  2. leuter = leutel (schopje)


Op andere websites
Zoek leuter op Woordenlijst.org
Zoek leuter op Google
Zoek leuter op Wikipedia