• voor het lapje gaan (=zeer voorspoedig gaan zonder problemen) • iemand voor het lapje houden (=iemand iets wijs maken of voor de gek houden) Naar de spreekwoorden
kleine lap, meestal van een textielstof stukje stof dat wordt gebruikt om een lichaamsdeel zoals de mond of een oog te bedekken of te beschermen of om een wond af te dekken plat, dun stukje van iets beperkte hoeveelheid van iets dat in een horizontaal vlak bij elkaar aansluit