konkel als dialectwoord
• Kereltje dat in een opening in de kolomkachel (Giethoorns) • Ketel die in een gat van kolomkasten past zodat het water sneller kookt (Giethoorns) • tunnel (onder een brug) (Lebbeeks) 6 definities op Encyclo
- (Bargoens, 1914) koffieketel
- Let op: Spelling van 1858 eigenlijk een spinrokken, en, wegens de praatzucht der spinsters, waardoor zij veel verzuimen, eene babbelaarster, praatmoer; ook een lui, slordig, tijdverspillend, in het geheim kwaad berokkenend vrouwmensch. Konkelen, eigenlijk spinnen, vervolgens babbelen, tijdverkwisten, kwaadsto...
- [Bargoens, boeventaal] koffieketel.
- 1) Kwaadspreekster 2) Straatmeid 3) Koffiepot (volkstaal) 4) Koffiemaaltijd 5) Slonzige vrouw 6) Koffieketel 7) Vod 8) Koffieketel (gewestelijk) 9) Koffieketel (volkstaal) 10) Slag 11) Spilzieke vrouw 12) Draaikolk 13) Draai 14) Spelonk 15) Vaatdoek
- koffiepot (toon de herkomst via de etymologiebank)
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met konkel:
•
konkelaar•
konkelachtig•
konkelarij•
konkelenDeze woorden eindigen op konkel:
•
gekonkelHerkomst volgens etymologiebank.nl
- konkel (koffiepot)
- konkel (slag in touw)
- konkel (spinrokken)
Op andere websites
Zoek
konkel op Woordenlijst.org
Zoek
konkel op Google
Zoek
konkel op Wikipedia