knor als dialectwoord
• kraakbeen (Bilzers) • kraakbeen (Munsterbilzen - Minsters) Spreekwoorden en zegswijzen
• een
knorhaan pikken
(=een dutje doen)• boeren en varkens worden
knorrend vet
(=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)Naar de spreekwoorden4 definities op Encyclo
- (kapiteelonderdeel) Zwelling van een knorrenkapiteel. (Haslinghuis)
- (kraagsteen) Eenvoudige kraagsteen, uitstekende balkkop, b.v. aan vakwerkgevel. (Haslinghuis)
- 1) Figuur van Walt Disney 2) Geluid van een varken 3) Boerderijgeluidje 4) Vogel 5) Boerderijgeluid 6) Geluid van een big 7) Uitwas 8) Student die geen corpslid is 9) Varken 10) Varkensgeluid 11) Berisping 12) Klinkt in de stal 13) Student 14) Dierengeluid 15) Soepmerk 16) Draagsteen 17) Nihilist 18) Knobbel
- geluid (toon de herkomst via de etymologiebank)
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met knor:
•
knorf•
knorpot•
knorren•
knorrend•
knorrepot•
knorrigDeze woorden eindigen op knor:
•
geknorHerkomst volgens etymologiebank.nl
- knor (geluid)
- knor (uitwas)
Op andere websites
Zoek
knor op Woordenlijst.org
Zoek
knor op Google
Zoek
knor op Wikipedia