kluiten Nederlands woordenboek

kluiten als dialectwoord

• geld (Brakels) • geld (Ronsisch) • Geld (Haags)

Spreekwoorden en zegswijzen

• uit de kluiten gewassen zijn (=erg stevig en groot zijn)
Naar de spreekwoorden

4 definities op Encyclo

(Amsterdams) geld
(Amsterdams) onbeheersbaar geworden, boven het hoofd gegroeid
(=kloten) zware metalen blokken met een gleuf erin. Ze worden gebruikt om het decor op zijn plaats te houden. (Een contra gewicht voor de trekkenwand)
Spreekwoorden: (1914) Hij is (goed) uit de kluiten gegroeid (of gewassen) d.w.z. hij is flink gegroeid, is lotig (V. Schothorst, 168). De uitdr. is oorspr. gebruikt van boomen of planten, die flink uit de aarde (vgl. Lucelle, vs. 2133) opgroeiden, en later bij overdracht ook op personen toegepast. In het begi...

Op andere websites

Recentelijk gezocht