• wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden) • nu breekt mijn klomp (=van verbazing niet meer weten wat te zeggen) • met de klompen van het ijs blijven (=zich met iets niet inlaten) • met de klompen op het ijs komen (=zich onvoorzichtig ergens begeven waar men niet thuis hoort) • je klompen wegbrengen/wegzetten (=naar huis gaan/sterven) Toon alle 10 spreekwoorden die klom bevatten