de inwijkeling

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  ['ɪnwɛikəlɪŋ]
Afbreekpatroon:  in·wij·ke·ling
Verbuigingen:  inwijkelingen (meerv.)

de inwijkeling|e

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ['ɪnwɛikəlɪŋ|ə]
Afbreekpatroon:  in·wij·ke·ling
Verbuigingen:  inwijkelingen (meerv.)

1) buitenlander die in België komt wonen
Voorbeeld:  `Engelse inwijkelingen in Oostende`
Synoniem:  immigrant

2) Belg of Belgische die nieuw is in een stad, gemeente of parochie
Voorbeeld:  `Veel inwoners van ons dorp zijn inwijkelingen.`
Synoniem:  nieuwkomer


1 definitie op Encyclo
  • 1) Immigrant
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
Is inwijkeling correct? Zie Inwijkeling / immigrant

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de inwijkeling' of 'het inwijkeling'?
Het is 'de inwijkeling', want inwijkeling is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die inwijkeling'.
Wat is het meervoud van inwijkeling?
Het meervoud van inwijkeling is 'inwijkelingen'. Eén inwijkeling, twee inwijkelingen.
Wat betekent inwijkeling|e?
'buitenlander die in België komt wonen' en 'Belg of Belgische die nieuw is in een stad, gemeente of parochie'
Hoe spel je inwijkeling|e?
inwijkeling|e spel je I N W I J K E L I N G Hoofdletter-| E

Op andere websites
Zoek inwijkeling op Woordenlijst.org
Zoek inwijkeling op Google
Zoek inwijkeling op Wikipedia