internetten

werkw.
Uitspraak:  ['ɪntərnɛtə(n)]
Afbreekpatroon:  in·ter·net·ten
Vervoegingen:  internette (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geïnternet (volt.deelw.)

het internet gebruiken
Voorbeelden:  `Ik zit wel vier uur per dag te internetten.`,
`supersnel internetten en bellen via een vaste verbinding`

Zie ook:  internet


2 definities op Encyclo
  • 1) Surfen 2) Computerterm 3) Websurfen
  • Populaire aanduiding voor het kiezen van verwijzingen, informatie ophalen en bekijken van verschillende websites op het Internet met behulp van een zogeheten browser, bijvoorbeeld Internet Explorer of Netscape, en het versturen en ontvangen van e-mailberichten.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
internetten

Taaladvies
Wat is de juiste spelling van woorden zoals e-mail(-)adres, web(-)designer en home(-)page? Zie Website, e-mailadres / web site, e-mail adres

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van internetten?
De verleden tijd van internetten is 'internette'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geïnternet'.
Wat betekent internetten?
'het internet gebruiken'
Hoe spel je internetten?
internetten spel je I N T E R N E T T E N

Op andere websites
Zoek internetten op Woordenlijst.org
Zoek internetten op Google
Zoek internetten op Wikipedia