hospitaliseren

werkw.
Uitspraak:  [hɔspitali'zerə(n)]
Afbreekpatroon:  hos·pi·ta·li·se·ren
Vervoegingen:  hospitaliseerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gehospitaliseerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

gewend raken aan de sfeer en de verzorging in een ziekenhuis of instelling zodat je je daarbuiten niet meer prettig voelt


Herkomst volgens etymologiebank.nl
hospitaliseren

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van hospitaliseren?
De verleden tijd van hospitaliseren is 'hospitaliseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gehospitaliseerd'.
Wat betekent hospitaliseren?
'gewend raken aan de sfeer en de verzorging in een ziekenhuis of instelling zodat je je daarbuiten niet meer prettig voelt'
Hoe spel je hospitaliseren?
hospitaliseren spel je H O S P I T A L I S E R E N

Op andere websites
Zoek hospitaliseren op Woordenlijst.org
Zoek hospitaliseren op Google
Zoek hospitaliseren op Wikipedia