harmoniëren

werkw.
Uitspraak:  [hɑrmoni'jerə(n)]
Afbreekpatroon:  har·mo·ni·ë·ren
Vervoegingen:  harmonieerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geharmonieerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

goed bij elkaar passen, op elkaar afgestemd zijn
Voorbeelden:  `zachte kleuren die mooi harmoniëren`,
`vijf harmoniërende gebouwen rondom een groen plein`,
`exclusieve douchebakken met een functionele elegantie die harmoniëren in elke badkamer`,
`De kleurenconsulente zoekt kleuren die je goed staan en harmoniëren met je persoonlijkheid.`


Synoniemen
overeenstemmen   samenstemmen   

2 definities op Encyclo
  • 1) Goed samenklinken
  • 1) Samenstemmen 2) Overweg kunnen 3) Samenklinken 4) Overeenstemmen
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van harmoniëren?
De verleden tijd van harmoniëren is 'harmonieerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geharmonieerd'.
Wat betekent harmoniëren?
'goed bij elkaar passen, op elkaar afgestemd zijn'
Hoe spel je harmoniëren?
harmoniëren spel je H A R M O N I E-umlaut R E N
Wat is een ander woord voor harmoniëren?
Andere woorden voor harmoniëren zijn overeenstemmen en samenstemmen.

Op andere websites
Zoek harmoniëren op Woordenlijst.org
Zoek harmoniëren op Google
Zoek harmoniëren op Wikipedia