de fauteuil

zelfst.naamw. (m.)

gemakkelijke stoel

Voorbeeld:

`een woonkamer met leren fauteuils`

Synoniemen

8 definities op Encyclo

•luxe uitvoering van een stoel met een groot
luie stoel vb: opa zit heerlijk in zijn nieuwe fauteuil Synoniem: leunstoel
Let op: Spelling van 1858 leuning- of armstoel, ziekenstoel
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Frans), oudtijds faudesteuil en faldesteuil, van Latijn faldistolium en dit van o.-g.m. faltstuol, vouwstoel.
1) Armstoel 2) Slaapstoel 3) Stoel 4) Huisraad 5) Huiskamerstoel 6) Rang in een schouwburg 7) Interieurartikel 8) Zetel 9) Club 10) Gemakkelijke stoel 11) Gemakkelijke zetel 12) Leunstoel 13) Deel van een bioscoop 14) Zitmeubel 15) Leuningstoel 16) Zitplaats 17) Ruststoel 18) Deel van een kamerinterieur

Deze woorden eindigen op fauteuil:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Wat is juist: eenzitter of éénzitter? Zie eenzitter / éénzitter

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de fauteuil', want fauteuil is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die fauteuil'.

Het meervoud van fauteuil is 'fauteuils'. Eén fauteuil, twee fauteuils.

'gemakkelijke stoel'

fauteuil spel je F A U T E U I L

Een ander woord fauteuil is armstoel.

Meer informatie op:

Op andere websites

Recentelijk gezocht