het familielid

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[faˈmililɪt]
Afbreekpatroon:	fa·mi·lie·lid
Verbuigingen:	familieleden (meerv.)

lid van de familie

Synoniemen:

bloedverwant, verwant

bloedverwant   gezinslid   

• 1) Naastbestaande 2) Zus 3) Ouder of kind 4) Verwant 5) Verwant binnen de familie 6) Verwant in de stamboom 7) Verwante 8) Grootouder of kleinkind 9) Grootmama 10) Neef of nicht 11) Maag 12) Broer of zus 13) Broer 14) Aanverwant 15) Stiefbroer 16) Schoonzus 17) Gezinslid 18) Bloedverwant 19) Iemand die ons na...
• Een familielid is een lid van de familie. [basiswoordenlijst groep 3]
• persoon die deel uitmaakt van de familie van iemand Soms gebruikt voor verwanten in om het even welke graad van verwantschap, soms voor verwanten naast het onmiddellijke gezin van de betrokkene. dier met dezelfde afstamming als een ander genoemd dier soort, hetzij een natuurlijke soort, hetzij een soort van g...

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de familielid' of 'het familielid'?

Het is 'het familielid', want familielid is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat familielid'.

Wat is het meervoud van familielid?

Het meervoud van familielid is 'familieleden'. Eén familielid, twee familieleden.

Wat betekent familielid?

'lid van de familie'

Hoe spel je familielid?

familielid spel je F A M I L I E L I D

Wat is een ander woord voor familielid?

Andere woorden voor familielid zijn bloedverwant en gezinslid.

Zoek familielid op Woordenlijst.org
Zoek familielid op Google
Zoek familielid op Wikipedia