doeg

tussenwerpsel

Uitspraak:

[dux]

<dit zeg je als afscheidsgroet tegen iemand die je goed kent >

Voorbeeld:	`Tot morgen. Doeg.`
Synoniem:	dag

dag   

• 'Doëg' (Hebreeuws: דאג 'do’eg' en דואג 'dô’eg'; Oudgrieks: Δωηκ; Latijn: Doec) is een persoon uit de Hebreeuwse Bijbel. Doëg was die dag toevallig ook in Nob 'vanwege een of andere verplichting aan de HEER' (1 Samuel 21:8 - נֶעְצָר לִפְנֵי יְהוָה, letterlijk: 'ingesloten ...
• (Doeg) Edomietische herder en hoofd van Sauls herders; doodde de priesters van Nob.
• 1) Bijbelse naam (o.t.)
• 1) Informeel afscheid 2) Dag 3) Groet 4) Bijbelse jongensnaam 5) Bijbelse naam 6) Populaire groet 7) Goedendag
• tussenwerpsel waarmee men afscheid neemt van iemand of van meerdere personen; als afscheidsgroet gebruikt woord; doei Oorspronkelijk afkomstig uit de Zaanstreek.

Toon uitgebreidere definities

doeg (afscheidsgroet)

Wat betekent doeg?

'<
dit zeg je als afscheidsgroet tegen iemand die je goed kent >
'

Hoe spel je doeg?

doeg spel je D O E G

Wat is een ander woord voor doeg?

Een ander woord doeg is dag.

Zoek doeg op Woordenlijst.org
Zoek doeg op Google
Zoek doeg op Wikipedia