dobbel als dialectwoord
dubbel (Lebbeeks)   dubbel (Bilzers)   dubbel (Overpelts)   dubbel (Genker)   dubbele (Bilzers)   dubbel (Opglabbeeks)  
Toon alle 13 dialectwoorden

Spreekwoorden en zegswijzen
• tegen elf ogen dobbelen (=weinig kans hebben)
Naar de spreekwoorden

3 definities op Encyclo
  • dubbel - Voorbeeld: ‘De grote, dobbele hofpoort, de baliën en slagbomen draaiden open en de kudde trok in keeuwelende bende al beurelend het hof af naar de weide’
  • [Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] gouden en zilveren munten
  • 1) Het dobbelen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met dobbel:
dobbelaardobbelendobbelspeldobbelsteen

Herkomst volgens etymologiebank.nl
dobbel in de uitdrukking een harde dobbel hebben

Op andere websites
Zoek dobbel op Woordenlijst.org
Zoek dobbel op Google
Zoek dobbel op Wikipedia