dicteren

werkw.
Uitspraak:  [dɪkˈterə(n)]
Afbreekpatroon:  dic·te·ren
Vervoegingen:  dicteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gedicteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zeggen wat een ander moet opschrijven
Voorbeeld:  `De directeur dicteert wat zijn secretaresse moet opschrijven.`

2) bepalen wat een ander moet doen
Voorbeeld:  `Trends dicteren het koopgedrag van consumenten.`
Synoniem:  voorschrijven


Synoniemen
bevelen   een brief dicteren   gebieden   gelasten   ingeven   opgeven   voorschrijven   

4 definities op Encyclo
  • het zeggen, zodat iemand anders het op kan schrijven vb: de directeur dicteerde de secretaresse een brief
  • 1) In de pen geven 2) Opleggen 3) Opgeven 4) Opdragen 5) Voorzeggen ter naschrijving 6) Onderwijzen 7) Gebieden 8) Ingeven 9) Voorzeggen om op te laten schrijven 10) Voorlezen ter naschrijving 11) Voorzeggen 12) Voorschrijven 13) Dwingend voorschrijven 14) Tekst voorlezen 15) Het rijk alleen hebben
  • voorzeggen wat iem. moet opschrijven, voorschrijven Jaar van herkomst: 1451-1500 (MNW )
  • voorzeggen wat iemand moet opschrijven
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
dicteren (voorzeggen om neer te schrijven)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van dicteren?
De verleden tijd van dicteren is 'dicteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedicteerd'.
Wat betekent dicteren?
'zeggen wat een ander moet opschrijven' en 'bepalen wat een ander moet doen'
Hoe spel je dicteren?
dicteren spel je D I C T E R E N
Wat is een ander woord voor dicteren?
Andere woorden voor dicteren zijn bevelen, een brief dicteren, gebieden, gelasten, ingeven, opgeven en voorschrijven.

Op andere websites
Zoek dicteren op Woordenlijst.org
Zoek dicteren op Google
Zoek dicteren op Wikipedia