de datum

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈdatʏm]
Afbreekpatroon:	da·tum
Verbuigingen:	data, datums (meerv.)

dag en jaar waarop iets gebeurt

Voorbeeld:

`Op die brief staat de datum 10 februari 2007.`

dagtekening   termijn   

• (dat.) Gegeven, uitgevaardigd
• •een tijdsaanduiding die bestaant uit een dag(nummer), een maand en een jaar.
• dag, maand en jaar vb: de datum op dat pak melk is al verlopen
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1920] Δᾶτον, stad en streek in oostelijk Macedonia ten O. van den Pangaeus mons, tegenover Thasus, met rijke goudmijnen.
• 1) Kalenderdag 2) Tijdstip 3) Tijd van oorsprong 4) Tijdsaanduiding 5) Termijn 6) Een bepaalde dag 7) Op de vermelde dag 8) Data 9) Dagtekening 10) Dagaanduiding 11) Van een bepaalde dag 12) Dag

Toon uitgebreidere definities

• datumcode• datumgrens• datumstempel• datumuurwerk

• houdbaarheidsdatum• vervaldatum• zittingsdatum• vertrekdatum• verkiezingsdatum• trouwdatum• teldatum• streefdatum• sterrendatum• sterfdatum• startdatum• speeldatum• peildatum• palindroomdatum• openingsdatum• invoeringsdatum• inleverdatum• ingangsdatum• geboortedatum• feestdatum

datum (dagtekening)

1. Moet je zeggen data of datums? Zie Datums / data
2. Wat is de correcte notatie van een datum? Zie Datumnotatie
3. Wat is correct: De volgende vergadering vindt 13 december plaats of De volgende vergadering vindt op 13 december plaats? Zie Datumnotatie

Is het 'de datum' of 'het datum'?

Het is 'de datum', want datum is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die datum'.

Wat is het meervoud van datum?

Het meervoud van datum is 'data' maar ook 'datums'.

Wat betekent datum?

'dag en jaar waarop iets gebeurt'

Hoe spel je datum?

datum spel je D A T U M

Wat is een ander woord voor datum?

Andere woorden voor datum zijn dagtekening en termijn.

Zoek datum op Woordenlijst.org
Zoek datum op Google
Zoek datum op Wikipedia