Synoniemen
huisbedekkingen

daken als dialectwoord
steunen op (West Zeeuws Vlaams)  

Spreekwoorden en zegswijzen
• van de daken schreeuwen (=aan iedereen luid kenbaar maken)
• de mussen vallen (dood) van de daken (=het is snikheet)
• daar zijn de daken met vlaaien bedekt (=daar is men rijk / Daar heeft men overvloed)
Naar de spreekwoorden

7 definities op Encyclo
  • van een dak voorzien (WNT) - Voorbeeld: ‘De huizen, scherp of schuin gedaakt, alhier, aldaar bijeengezet in reken en rondom het kerkje’
  • [Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] zie dake, ook licht beneveld zijn, vast zijn aan, neerdalen
  • [Vergeten woorden] (zw. -te), dakken 1) hechten aan 2) schuilen, rusten 3) (aan)raken [= West-Vlaams daken, ~ takken, taken]
  • 1) Huisbedekkingen
  • daken is de verzameling van constructieve en niet-constructieve daken, zowel hellend als vlak, die de begrenzing van het gebouw aan de bovenzijde vormen, gerekend vanaf de binnenzijde en vanaf de bovenzijde van de buitenwanden
Toon uitgebreidere definities

Op andere websites
Zoek daken op Woordenlijst.org
Zoek daken op Google
Zoek daken op Wikipedia