crashen

werkw.

Uitspraak:	['krɛʃə(n)]
Afbreekpatroon:	cra·shen
Vervoegingen:	crashte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	is gecrasht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (van voertuigen en vliegtuigen) met een klap tegen iets aankomen en daardoor zwaar beschadigd raken

Voorbeelden:	`gecrashte auto's`, `Het vliegtuig stortte neer en crashte in een weiland.`
Synoniem:	botsen

2) niet meer functioneren door een fout in de hardware of de software ^computers

Voorbeeld:	`mijn laptop crashte door een virus`
Synoniem:	vastlopen

Zie ook:

crash

neerstorten   

• (De gebruikte term wanneer een pc vastloopt of 'bevriest'. Een crash kan allerlei oorzaken hebben, zowel softwarematige als hardwarematige.)
• 1) Financieel instorten 2) Uitvallen van computers 3) Botsen 4) Neerstorten 5) Kelderen 6) Vastlopen van de pc 7) Bankroet 8) Bankroet gaan 9) Verongelukken

Toon uitgebreidere definities

• partycrashen

Wat is de verleden tijd van crashen?

De verleden tijd van crashen is 'crashte'. Het voltooid deelwoord is 'is gecrasht'.

Wat betekent crashen?

'(van voertuigen en vliegtuigen) met een klap tegen iets aankomen en daardoor zwaar beschadigd raken' en 'niet meer functioneren door een fout in de hardware of de software'

Hoe spel je crashen?

crashen spel je C R A S H E N

Wat is een ander woord voor crashen?

Een ander woord crashen is neerstorten.

Zoek crashen op Woordenlijst.org
Zoek crashen op Google
Zoek crashen op Wikipedia