coaten

werkw.
Uitspraak:  ['kotə(n)]
Afbreekpatroon:  coa·ten
Vervoegingen:  coatte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gecoat (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(een oppervlak) met een laag bedekken door spuiten, sproeien, gieten of verven
Voorbeelden:  `Coaten doe je om een materiaal roestvrij of chemisch resistent te maken of om een laagje aan te brengen tegen beschadigingen.`,
`autouiten coaten met een zonwerende laag`,
`gecoat papier`


3 definities op Encyclo
  • 1) Insmeren 2) Lakken 3) Van een deklaag voorzien
  • Het bedekken van een oppervlak met een laag van een bepaalde substantie, vooral een laag die erop wordt uitgesmeerd. Categorie: Procédés en Technieken > procédés en technieken voor het afdekken van oppervlakken.
  • van een deklaag voorzien Jaar van herkomst: 1953 (Aanv WNT )
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op coaten:
topcoaten

Herkomst volgens etymologiebank.nl
coaten (van een deklaag voorzien)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van coaten?
De verleden tijd van coaten is 'coatte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gecoat'.
Wat betekent coaten?
'(een oppervlak) met een laag bedekken door spuiten, sproeien, gieten of verven'
Hoe spel je coaten?
coaten spel je C O A T E N

Op andere websites
Zoek coaten op Woordenlijst.org
Zoek coaten op Google
Zoek coaten op Wikipedia