de buitendeur

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  ['bœytə(n)dɵ:r]
Afbreekpatroon:  bui·ten·deur
Verbuigingen:  buitendeuren (meerv.)

deur waardoor je een huis kunt binnengaan of verlaten
Voorbeeld:  `Een buitendeur met zware sloten tegen inbrekers.`
Antoniem:  binnendeur


2 definities op Encyclo
  • 1) Deel van een gebouw 2) Uitgang 3) Toegang
  • sluisdeur van een getijdesluis aan die zijde van de sluis waar getijde heerst. [Links: Diverse termen inzake sluizen, stuwen, enz. ]
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de buitendeur' of 'het buitendeur'?
Het is 'de buitendeur', want buitendeur is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die buitendeur'.
Wat is het meervoud van buitendeur?
Het meervoud van buitendeur is 'buitendeuren'. Eén buitendeur, twee buitendeuren.
Wat betekent buitendeur?
'deur waardoor je een huis kunt binnengaan of verlaten'
Hoe spel je buitendeur?
buitendeur spel je B U I T E N D E U R

Op andere websites
Zoek buitendeur op Woordenlijst.org
Zoek buitendeur op Google
Zoek buitendeur op Wikipedia