• je ellebogen gebruiken (=zich ten koste van anderen opwerken) • het achter de ellebogen hebben (=achterbaks; zonder zijn zelfzuchtige bedoelingen te laten zien) • ellebogenwerk (=succes boeken door op slinkse wijze van anderen misbruik te maken) Naar de spreekwoorden
een boog vormen - Voorbeeld: ‘Ze stonden twee aan twee, bij groepen van vier gedeeld, in dubbele rijen en wisselden uit elke groep, in gedurig geven en halen; met de arm boven elkaars hoofd geboogd, hand aan hand of bij de toppen der vingers, leidde elke jongen zijn meisje door de kruisgang van het dansspe...
•"~ op": erkenning opeisen voor iets. •meervoud verleden tijd van buigen.
er trots op zijn vb: hij kan erop bogen dat hij de beste van de klas is
1) Gewelfde vormen 2) Schitteren 3) Steunen 4) Pochen 5) Vertrouwen stellen 6) Roemen 7) Roemen op 8) Pronken 9) Prat gaan 10) Pralen 11) Gebogen objecten 12) Schietinstrumenten 13) Schietapparaten 14) Waarderen 15) Luisterrijk stralen 16) Trots zijn op 17) Bluffen 18) Stoffen op
doen buigen (toon de herkomst via de etymologiebank)