bevolken

werkw.
Uitspraak:  [bə'vɔlkə(n)]
Afbreekpatroon:  be·vol·ken
Vervoegingen:  bevolkte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft bevolkt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(van een groep mensen) ergens wonen of zijn
Voorbeeld:  `Dit deel van de Andes werd bevolkt door de Inca's.`


2 definities op Encyclo
  • er als bewoner leven vb: deze eilanden worden bevolkt door 300 mensen een dicht bevolkt land [waar veel mensen wonen]
  • 1) Peupleren 2) Van mensen voorzien
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op bevolken:
overbevolken

Taaladvies
Hoe moet je het woord bevolkingsexplosie afbreken als het niet in zijn geheel op de regel past? Zie bevolkingsexplosie: waar breek je het af?

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bevolken?
De verleden tijd van bevolken is 'bevolkte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft bevolkt'.
Wat betekent bevolken?
'(van een groep mensen) ergens wonen of zijn'
Hoe spel je bevolken?
bevolken spel je B E V O L K E N

Op andere websites
Zoek bevolken op Woordenlijst.org
Zoek bevolken op Google
Zoek bevolken op Wikipedia