beteren

werkw.

Uitspraak:	['betərə(n)]
Afbreekpatroon:	be·te·ren
Vervoegingen:	beterde (volt.deelw.)
Vervoegingen:	heeft, is gebeterd (volt.deelw.)

beter worden, ten goede veranderen

Voorbeelden:	`het weer begon te beteren`, `de misdadiger heeft zich gebeterd`, `je leven beteren`
aan de beterende hand zijn	((van iemand die ziek is) beter worden)

bijwerken   corrigeren   genezen   gezond worden   goedmaken   helen   herstellen   herzien   leven beteren   renoveren   repareren   verbeteren   

• iets niet kunnen gebeteren (=iets niet kunnen verhelpen)
Naar de spreekwoorden

• (oude rechtstermen:) schadeloos stellen
• geen foute dingen meer doen vb: hij heeft zijn leven gebeterd
• 1) Koevereren 2) Aansterken 3) Renoveren 4) Repareren 5) Verbeteren 6) Genezen 7) Zich herstellen 8) Helen 9) Beter worden 10) Goedmaken 11) Herstellen 12) Bijwerken 13) Herzien 14) Corrigeren 15) Zoenen
• beter worden

Toon uitgebreidere definities

• verbeteren• ambeteren

beteren

Wat is de verleden tijd van beteren?

Wat is de verleden tijd van beteren?

Wat betekent beteren?

'beter worden, ten goede veranderen'

Hoe spel je beteren?

beteren spel je B E T E R E N

Wat is een ander woord voor beteren?

Andere woorden voor beteren zijn bijwerken, corrigeren, genezen, gezond worden, goedmaken, helen, herstellen, herzien, leven beteren, renoveren, repareren en verbeteren.

Zoek beteren op Woordenlijst.org
Zoek beteren op Google
Zoek beteren op Wikipedia