de baäl

zelfst.naamw.

Verbuigingen:

baäls

1) mannelijk iemand, met name iemand die een bepaalde werkzaamheid verricht
2) afgod

Bron: WikiWoordenboek.

• Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 nen baal hop: ongeveer honderd kilo drooge hop.
• 1.grote dichtgenaaide zak van jute, matwerk of grof linnen (VD) Voorbeeld: De jongens zetten zich recht in bed te joelen met balen, vodden en deksel 2.hoeveelheid vlas die in een zak als 1. gaat: een baal vlas: tweeënzeventig bundels, of ongeveer honderd en twee kilo (een zak vlas bevat eenenveertig b...
• 'Baäl' was een Kanaänitische god, vrijwel zeker een weergod. Baäl is afgeleid van de Semitische radicaal: 'b'l' (Akkadisch: 'bēlu[m]'; Hebreeuws: בעל, 'baʿal,' Arabisch بعل, 'ba'l') en betekende 'heer' of 'eigenaar'.
• (Hebr.: heer, bezitter), ook Bel, Beël. Boven: Baäl op een reli ëf uit Oegarit (Syrië) Parijs Louvre Een in alle Semitische talen voorkomende aanduiding van de godheid: de goddelijke macht die zich op een of andere plaats manifesteerde,heette de baäl van die plaats (de baäl van een bron, berg, bos of ee...
• grote zak van jute of linnen waarin iets bewaard wordt vb: we sliepen op een baal stro ergens de balen van hebben [er schoon genoeg van hebben]

Toon uitgebreidere definities

• baäl habajit

baäl (naam van de vruchtbaarheidsgod)

Wat betekent baäl?

'mannelijk iemand, met name iemand die een bepaalde werkzaamheid verricht' en 'afgod'

Hoe spel je baäl?

baäl spel je B A A-umlaut L

Zoek baäl op Woordenlijst.org
Zoek baäl op Google
Zoek baäl op Wikipedia