de bangerik

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	['bɑŋərɪk]
Afbreekpatroon:	ban·ge·rik
Verbuigingen:	bangeriken (meerv.)

iemand die snel bang is

Voorbeeld:	`Fietsen in een drukke stad is niet voor bangeriken.`
Synoniemen:	angsthaas, schijterd

angsthaas   bangerd   schijterd   

• 1) Lafbek 2) Haas 3) Angstig persoon 4) Angsthaas 5) Iemand die bevreesd is 6) Bloodaard 7) Haastvreter 8) Hazenhart 9) Lafaard 10) Kakkebroek 11) Broekvent 12) Bangerd 13) Schijtebroek 14) Vreesachtig mens
• Een bangerik is een bangelijk persoon, iemand die overal gevaar ziet dat er (meestal) niet is. [basiswoordenlijst groep 4]
• iemand die bang is; bang persoon; angsthaas

Toon uitgebreidere definities

1. Is het bangert of bangerd? Zie Bangert / bangerd
2. Wat is de juiste meervoudsvorm van bangerik, is het bangeriken of bangerikken? Zie bangeriken / bangerikken
3. Wat is het meervoud van bangerik : bangeriken of bangerikken? Zie bangeriken / bangerikken

Is het 'de bangerik' of 'het bangerik'?

Het is 'de bangerik', want bangerik is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die bangerik'.

Wat is het meervoud van bangerik?

Het meervoud van bangerik is 'bangeriken'. Eén bangerik, twee bangeriken.

Wat betekent bangerik?

'iemand die snel bang is'

Hoe spel je bangerik?

bangerik spel je B A N G E R I K

Wat is een ander woord voor bangerik?

Andere woorden voor bangerik zijn angsthaas, bangerd en schijterd.

Zoek bangerik op Woordenlijst.org
Zoek bangerik op Google
Zoek bangerik op Wikipedia