de babyboomer
zelfst.naamw. (m./v.)
| Uitspraak: | ['bebibumər] |
| Afbreekpatroon: | ba·by·boo·mer |
| Verbuigingen: | babyboomers (meerv.) |
iemand die geboren is tussen 1945 en 1965 | Voorbeeld: | `Babyboomers zijn geboren tijdens de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog.` | |
3 definities op Encyclo
- 1) Iemand van de babyboomgeneratie
- iem. geboren tussen 1945 en 1960 Jaar van herkomst: 1988 (De Coster 1999 )
- iemand die is geboren ten tijde van de geboortegolf kort na de Tweede Wereldoorlog, grofweg tussen 1945 en 1960 Wordt vaak gebruikt in een culturele context waarbij de generatie (de babyboomgeneratie ) waartoe de babyboomer gerekend wordt, wordt geportretteerd als een generatie die zich heeft verzet tegen bep...
Toon uitgebreidere definitiesHerkomst volgens etymologiebank.nl
babyboomer (iem. geboren tussen 1945 en 1960)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de babyboomer' of 'het babyboomer'?
Het is 'de babyboomer', want babyboomer is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die babyboomer'.
Wat is het meervoud van babyboomer?
Het meervoud van babyboomer is 'babyboomers'. Eén babyboomer, twee babyboomers.
Wat betekent babyboomer?
'iemand die geboren is tussen 1945 en 1965'
Hoe spel je babyboomer?
babyboomer spel je B A B Y B O O M E R Op andere websites
Zoek
babyboomer op Woordenlijst.org
Zoek
babyboomer op Google
Zoek
babyboomer op Wikipedia