afwisselend

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ɑfˈwɪsələnt]
Afbreekpatroon:	af·wis·se·lend

steeds anders

Voorbeelden:	`afwisselend werk`, `De voordeuren zijn afwisselend groen en blauw geschilderd.`
Antoniem:	eentonig
Synoniem:	gevarieerd

beurtelings   boeiend   bont   gevarieerd   eentonig (antoniem)   

• •elkaar vervangend.
• met veel variatie, steeds anders vb: we zagen een afwisselend programma Synoniem: gevarieerd Tegenstelling: eenzijdig
• 1) Beurt volgens volgorde 2) Vicendevole (muziek) 3) Divers 4) Onderling wisselend 5) Gevarieerd 6) Veranderlijk 7) Geschakeerd 8) Beurtelings 9) Verscheiden 10) Boeiend 11) Wisselend 12) Gemengd 13) Om beurten 14) Bont 15) Alternatief
• Aanduiding voor een bladstand waarbij de bladeren in twee rijen tegenover elkaar aan de stengel staan, zodat een waaierachtig effect ontstaat. Zie ook biologielinks
• afwisseling, verscheidenheid biedend; gevarieerd; niet eentonig elkaar om de beurt opvolgend; beurtelings

Toon uitgebreidere definities

Wat betekent afwisselend?

'steeds anders'

Hoe spel je afwisselend?

afwisselend spel je A F W I S S E L E N D

Wat is een ander woord voor afwisselend?

Andere woorden voor afwisselend zijn beurtelings, boeiend, bont en gevarieerd.

Wat is het tegenovergestelde van afwisselend?

Een antoniem van afwisselend is eentonig.

Zoek afwisselend op Woordenlijst.org
Zoek afwisselend op Google
Zoek afwisselend op Wikipedia